De rekkenvuller (The Rockefeller)

De rekkenvullerEen sms van een onbekend nummer nodigt altijd uit tot kortstondige speculatie of zelfs zwoele dromerij. Een pikant bericht van een Olga dat door een-cijfertje-verkeerd in mijn richting biept? Een vergeten vriend uit vervlogen tijden? Alweer de Spaanse loterij gewonnen?
Niets is zo prozaïsch als een sms-bericht van een uitzendkantoor. Uit Westerlo. Een decoratiewinkel op het onvolprezen Gouden Kruispunt zoekt een rekkenvuller/winkelbediende. “Indien interesse” kan ik meteen op het telefoonummer klikken.

Mijn eerste reactie is afwijzend. Verongelijkt.

Van Chief Marketing Officer naar winkelhulpje. Het lijkt wel het scenario van een regisseur die tegendraads wil bewijzen dat Hollywood niet altijd voor het happy end gaat. “From hero to zero”. Of in het Nederlands “Van Rockefeller tot rekkenvuller”.

Goed. Ik had voor mezelf al beslist dat ik mijn blikveld zou verruimen en me niet enkel tot de evidente voortzettingen van mijn vorige functie zou beperken. Me laten verrassen. Per definitie weet je dan niet wat er komt. Dus nou niet zeuren.

En de database marketeer in mij werd erg nieuwsgierig. Op basis van welke informatie (wellicht via de verplichte inschrijving bij de VDAB?) werd ik voldoende gekwalificeerd geacht voor deze zware verantwoordelijkheid? Want laat ons eerlijk zijn: ik weet helemaal niets over het beheer van een winkel, de voorraad of het oordeelkundig plaatsen van handelswaar op rekken.

Het angstzweet breekt me uit als ik de honderden ontevreden klanten visualiseer die verdwaasd en verloren op zoek gaan naar onvindbare en foutief geprijsde decoratie voor hun knusse woonst. Ik lig aan de basis van uren vertraging in huiselijke verfraaiingsprojecten, flinke spanningen en mogelijk erger tussen winkelende echtelieden. De kinderen zeuren. De schade is straks niet te overzien.

Of doe ik de big data engine, de intelligente databank, van het uitzendkantoor tekort? Weten zij meer over mij dan ikzelf? Hoe zit dat nu weer met die cookies? En welke andere instanties delen allemaal in die kennis? Gaat straks ook het Davidsfonds achter mij aan?
Is het interimbureau dus terecht van oordeel dat ik een uitstekende winkelhulp zou kunnen betekenen? Is mijn geest wel open genoeg?

En dan neemt de ongebluste ambitie over: zou ik daar een blitzcarriere kunnen maken met mijn verstand en ondernemingszin?

Zoals in de Hollywood cinema van de jaren ’30. “Van rekkenvuller tot Rockefeller”.
Al dan niet in Charlie Chaplin kostuum.

Geplaatst in hersengespinsel

De goddeloze fietser

ImageZe kijken naar je. Met iets gooien doen ze vooralsnog niet. Maar kijken doen ze allemaal.

Bejaarden groeten meestal met een “goeie dag”, en zelden zonder knikje, vanop de dorpel die de warmte van de waanzin scheidt. Postbodes en thuismama’s groeten opgewekt, een bekend gezicht zoekend onder de helm en bril. Maar de echt wantrouwige blikken komen van de jong-gepensioneerden. Wie is die man, die jonge veertiger die op een goddeloos moment van de week -een dinsdagvoormiddag- in fietskledij op een bergfiets kan zitten zweten? Te jong voor het pensioen, te gezond voor de ‘ziekenkas’, te vroeg voor ploegenarbeid. Te zwaar voor een profsporter.

Ik kan hun argwaan wel plaatsen. Als gezonde mannen van arbeidsgeschikte leeftijd op een overduidelijke werkdag al niet bijdragen aan het pensioen, op wie kunnen ze dan nog rekenen? Telkens ze een krant openslaan komt er een jaar bij in de levensverwachting. En dan zit de actieve bevolking recreatief te sporten? Op een dinsdagvoormiddag nog wel.

De kans bestaat dat ik het zelf ben die zich ter verantwoording roept. Een vrijwillig einde maken in oktober aan dik 17 jaar ononderbroken keihard werken, na 2 heel intensieve jaren van crisis management en verandering, en op zoek gaan naar iets nieuws – het was geen gemakkelijke keuze. Maar het ‘resetten’ van een stel hersenen dat al die tijd zonder pauze was ingesteld op intellectuele uitdaging, plichtsbesef, ambitie en ondernemingszin blijkt nog minder evident.

Geniet ervan zolang het duurt. De beste en moeilijkste opdracht die ik van mijn dierbaren en sympathisanten ooit gekregen heb. Niet enkel omdat een nieuwe job dient gevonden. Maar vooral omdat een “goeie dag” plots volgens totaal andere maatstaven wordt gewaardeerd.

Elke dag naar huis rijden met het gevoel dat je iets hebt kunnen (helpen) verwezenlijken. Dat is nog altijd mijn credo over job satisfaction. Daar moet ik nu een heel andere invulling aan geven.

Als u dus een jonge veertiger ziet worstelen met de wind, in fietskledij op een terreinfiets, op een dinsdagvoormiddag ergens in het Hageland: wens hem een “goeie dag”. Heeft hij u toch niet opgemerkt? Dan is dat enkel omdat hij zijn hoofd leeg moet laten waaien.

En als u hem de laatste paar honderd meter alleen ziet demarreren, bijna sprinten, om thuis voor de garage vol in de remmen te gaan, dan moet u weten dat elke snelle kilometer, elke gewonnen seconde toch een beetje tijd is die hij kan terugstelen van wat achter hem ligt.

Geplaatst in hersengespinsel
%d bloggers liken dit: